Naam  
E-mail  
Adres  
Stad  
Bericht  

Pro Vita Nieuws-blog

Meld u aan voor de Pro Vita nieuwsbrief:

Met recht en rede verontwaardigd

 

Onlangs werd een wetsvoorstel ingediend om verslaafde zwangere vrouwen verplicht te doen afkicken. Er klonk een oprechte bekommernis in door voor het ongeboren kind, met een schrijnende lijst afwijkingen die alcohol en drugs veroorzaken. Nog triestiger echter was de reactie van Kamerlid Katja Gabriëls (Open Vld): “Onze vrees is dat dit misschien een nefaste invloed kan hebben op de abortuswetgeving. Men kent rechten toe aan een ongeboren kind. Dat kan een hellend vlak zijn naar het inperken van de abortuswetgeving.” (Nieuwsblad 12/02/2020)

Tegenover het leed van verslaafde vrouwen en hun kind, en tegenover mensen die zich om hen bekommeren is dit een klap in het gezicht. Goddank blijven veel mensen zich engageren om wie afgeschreven leek opnieuw in waarde te laten opleven! Mevrouw Gabriëls echter blijkt met haar woorden een compleet gebrek aan empathie te betonen jegens kind en moeder die beiden zwaar lijden onder de drugs. Het handhaven van een abstracte abortuswetgeving stelt zij boven het garanderen van de zorg voor een echt menselijk leven.

De ernst maakt ons boos
Als we de ernst overwegen van dergelijke uitspraken en het leed aanvoelen dat met abortus gepaard gaat, van het kwaad dat het doden van onschuldige kinderen is, dan welt in ons een diepe verontwaardiging op. We voelen ons boos worden en willen reageren. Maar hoe kunnen we dat op gepaste wijze doen?

Worden we enkel boos vanuit ons eigen gelijk? Nee, het gaat hier niet om ons eigenbelang! Worden we niet te snel boos? Nee, het gaat om mensenlevens! Het gaat om een groot moreel kwaad. Is boos worden wel gepast, is dat wel christelijk? Als we de Schrift erop nalezen, vinden we talloze passages waar gesproken wordt over afschuw en haat tegenover het kwaad. Zelfs God ‘haat die onbarmhartige kindermoordenaars.’ (Wijsh. 12,5) Hij is streng en vertoornd; Hij dreigt, wreekt en straft. Al geeft Hij daarbij met grote mildheid steeds een kans tot inkeer. Strengheid is in die zin van nut als een pedagogische prikkel om een kwaad te voorkomen of om aan te zetten tot verandering. 

Boosheid moet gerechtvaardigd zijn
Is onze verontwaardiging dus terecht en gepast? “Wordt toornig, maar zondig niet,” (Ef. 4,6) nuanceert de apostel Paulus. Onze boosheid is een kracht die zich tegen onrecht wil verzetten, want we kunnen en mogen niet laks zijn. Terechtwijzen is zelfs een werk van barmhartigheid. Toch is een gewetensonderzoek af en toe nodig om onzuiverheid uit onze bedoeling en handelswijze te houden.

Misschien reageren we meer vanuit angst dan vanuit liefde? Of uiten we al onze opgekropte frustratie op deze zondebok? Willen we gezien worden in onze eigenwaarde, door te tonen hoeveel moeite wij doen voor deze zaak? Als we enkel ons gelijk zien en slechts kwaadspreken en veroordelen, dan verduistert de emotie onze inleving en inschatting. We bevredigen onze eigen hartstocht, terwijl onze scherpheid snijdt in de ziel van de ander. Dit neigt naar nijd, woede, wrok of wraak, die dan weer hoofdzonden zijn. Het stoot af, het breekt af en het polariseert. Het doet de ander verharden, eerder dan zijn fout in te zien.

“Te allen tijde vermijde men scherp te zijn, zelfs als men een berisping moet geven; want als u in nederigheid uzelf het eerst terneer buigt, zult u gemakkelijk door hem die uw zorg nodig heeft, aanvaard worden.” (H. Basilius de Grote: Brief 2 aan Gregorius)

Heb de zondaar lief, maar haat de zonde
Toen de leerlingen vuur wilden afroepen uit de hemel om de Samaritanen te verdelgen die hen niet wilden ontvangen, keerde de Heer zich tegen zijn leerlingen en wees hen op strenge toon terecht. (Lc. 9,55) Jezus wil geen mensen verdelgen, maar de liefdeloosheid uitdelgen. Door blinde woede ziet men de mens niet meer. Liefde echter is opbouwend, wil het beste voor de zondaar en is altijd geduldig en vergevingsgezind, zeker vanuit het nederig inzicht dat ook wij zondaars zijn.
“De liefde laat zich niet kwaad maken en rekent het kwade niet aan. Zij verheugt zich niet over onrecht, maar vindt vreugde in de waarheid. Alles verdraagt zij, alles gelooft zij, alles hoopt zij, alles verduurt zij.” (1 Kor. 13,5) Gods liefde en kracht tonen zich op uitzonderlijke wijze in de beheersing tegenover het kwaad dat Jezus werd aangedaan, Hij die niet terug schold of dreigde, maar alles aan de Vader overgaf. (1 Petr. 2, 23) Jezus blijft welwillend, waar onze natuur in woede wil uitbarsten. 
Woede echter wekt woede en verduistert daarbij het verstand en het hart. Zachtmoedigheid daarentegen vangt alles dat met haar botst met beminnelijke zachtheid op, zodat het niet in hardheid terugkaatst, maar een geestelijke kiem kan overdragen. De heilige kerkleraar Franciscus van Sales bracht dit met vrucht in de praktijk.

“Ons spreken moet altijd mild en hartelijk zijn, niet terechtwijzend maar inspirerend. Wat is het wonderlijk hoe verlokkelijk iets wordt als het met fijn gevoel en liefde wordt gepresenteerd.” (Inleiding tot het devote leven, III.26.)

“De waarheid spreken in liefde” (Ef. 4,15)
Wat is nu de juiste toon: streng of zacht? Zijn we zelfs in staat tot zulk een beheersing waarin onze strengheid zacht en liefdevol is? En toch moet het ons streven zijn de waarheid nooit van de liefde los te koppelen. Uit de houding van Jezus tegenover Judas die Hem overlevert in het hof van olijven, kunnen wij “leren alle beledigingen te verdragen, geduldig en zachtmoedig de bedriegerijen te doorstaan, niet in toorn te ontvlammen, niet op wraak te zinnen, niet tegen de uitgebrachte scheldwoorden aan onze gevoelens de vrije teugel te laten, niet op listige wijze in vijandig gedoe genoegen te scheppen, doch in ware deugd tegen vals bedrog ten strijde te trekken, het kwaad door goed te overwinnen, tenslotte met zachte en scherpe woorden, te pas en te onpas pogen te bewerken dat de slechten in goeden zouden veranderen, opdat, als iemand lijdt aan een ongeneeslijke kwaal, hij ons niet van gebrek aan zorg zou beschuldigen doch het uitblijven van zijn genezing aan de ernst van zijn kwaal zou wijten.” (H. Thomas More: Meditaties in de Tower)
Zo wil Pro Vita enerzijds vanuit verontwaardiging mensen wakker blijven schudden. Anderzijds zijn we met onze voordrachten ook bezig om met zachtheid het schone van het wonder van het leven en de echte liefde bij de jeugd te verlevendigen. Bid voor ons, dat Gods liefde ons inspireert!